goochelde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • goo·chel·de

Werkwoord

vervoeging van
goochelen

goochelde

  1. enkelvoud verleden tijd van goochelen
    • Ik goochelde. 
    • Jij goochelde. 
    • Hij, zij, het goochelde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.