globaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  globaal    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣloˈbal/
Woordafbreking
  • glo·baal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘niet nauwkeurig’ voor het eerst aangetroffen in 1860 [1]
  • afgeleid van globe met het achtervoegsel -aal (vanwege oudere vindplaatsen in het Nederlands ligt ontlening aan het Frans niet voor de hand) [2][3]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen globaalglobalerglobaalst
verbogen globaleglobalereglobaalste
partitief globaalsglobalers-

Bijvoeglijk naamwoord

globaal

  1. niet in bijzonderheden afdalend, ongedetailleerd, ongeveer, benaderend
    • De inspecteur begon met een globale schouw. 
    • Bijgevoegd is een globale raming van de kosten. 
    • (…) eene Rekening en Verantwoording, waarin de Posten zodanig globaal, en zonder specifique opgave zijn ter neder gesteld, dat het voor ons onmogelijk is, daaruit de deugdelijkheid (…) te kunnen beoordeelen. [4]
  1. (Vlaams) volledig, totaal, compleet
    • De partij wil een globaal plan voor de verkeersveiligheid voor de hele gemeente. 
  1. wereldwijd, mondiaal
    • Het bedrijf reorganiseert om in de globale markt nog een rol te kunnen spelen. 
  1. (verouderd) op het geheel betrekking hebbend
    • Het is ons voorts niet mogelijk geweest, alle opgaven in dit werk ten toets te brengen: de goede (globaal opgegevene) bronnen en de naauwkeurigheid des Schrijvers waarborgen de echtheid en juistheid van de meeste derzelven. [5]
Opmerkingen

Door de verschillende betekenissen kunnen zinnen met 'globaal' dubbelzinnig zijn.[6][7]

Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord globaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.