glip

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • glip

Werkwoord

vervoeging van
glippen

glip

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glippen
    • Ik glip. 
  2. gebiedende wijs van glippen
    • Glip! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glippen
    • Glip je? 

Gangbaarheid

  • Het woord glip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.