glaceerde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gla·ceer·de

Werkwoord

vervoeging van
glaceren

glaceerde

  1. enkelvoud verleden tijd van glaceren
    • Ik glaceerde. 
    • Jij glaceerde. 
    • Hij, zij, het glaceerde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.