gilt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gilt    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /χɪɫt/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣɪlt/
Woordafbreking
  • gilt

Werkwoord

vervoeging van
gillen

gilt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gillen
    • Jij gilt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gillen
    • Hij gilt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van gillen
    • Gilt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.