geïsoleerd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·iso·leerd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
isoleren

geïsoleerd

  1. voltooid deelwoord van isoleren
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen geïsoleerdgeïsoleerdergeïsoleerdst
verbogen geïsoleerdegeïsoleerderegeïsoleerdste
partitief geïsoleerdsgeïsoleerders-

Bijvoeglijk naamwoord

geïsoleerd

  1. afgezonderd van de omgeving
    • De besmettelijke patiënt moest in een geïsoleerde kamer worden behandeld. 
    • Het goed geïsoleerde huis was makkelijk te verwarmen. 
  1. ver weg van alles en iedereen
    • Hij woonde in een geïsoleerd dorpje in de bergen. 

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord geïsoleerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.