gezweten

• Geluid:  gezweten    (hulp, bestand)
• IPA: / ɣəˈzwetə(n) /

• ge·zwe·ten

• vervoeging van zweten: de stam met omvoegsel ge- -en

gezweten

1. voltooid deelwoord van zweten

1. • De pers heeft etter en bloed gezweten om aan die pagina te ontkomen. [1]

1. • Zij brengen mee veel kostelijkheden,
     Van parels, goud en zijden kleden,
     Sits, porselein in overvloed,
     Theetje, theeboei, platen gezeten,
     Daar zij zo droevig voor gezweten
     Hebben; meisjes, zo is hij goed.  [2]

• gezweet

• In de standaardtaal is 'zweten' een zwak werkwoord en is het voltooid deelwoord dus 'gezweet'. [3] Soms wordt voor een stilistisch effect (ritme of nadruk) toch de vorm gezweten gebruikt. Zulk gebruik van sterke vormen doet zich ook bij enkele andere werkwoorden voor. [4]

• Het woord 'gezweten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.