gezegend
Nederlands
Woordafbreking
- ge·ze·gend
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zegenen |
gezegend
- voltooid deelwoord van zegenen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gezegend | gezegender | gezegendst |
verbogen | gezegende | gezegendere | gezegendste |
partitief | gezegends | gezegenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gezegend
- gelukkig en tevreden
- Hij verkeerde in de gezegende omstandigheden dat hij rijk en gezond was en ook nog een leuke vrouw had.
- (van jonge vrouwen) gezegende omstandigheden: zwanger zijn
- De jonge vrouw verkeerde in gezegende omstandigheden, ze was n.l. in blijde verwachting van haar eerste kind.
Gangbaarheid
- Het woord gezegend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gezegend' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.