gevuld
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gevuld (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /χəvʏɫt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəvɵlt/
Woordafbreking
- ge·vuld
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| vullen |
gevuld
- voltooid deelwoord van vullen
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | gevuld | gevulder | gevuldst |
| verbogen | gevulde | gevuldere | gevuldste |
| partitief | gevulds | gevulders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gevuld
- vol, dik, uitgebreid
- De goed gevulde boodschappenman was wel zwaar om te tillen.
- Het goed gevulde ontbijtbuffet was een goed begin van de dag.
Gangbaarheid
- Het woord gevuld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gevuld' herkend door:
| 100 % | van de Nederlanders; |
| 100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.