gevorderd
Nederlands
Woordafbreking
- ge·vor·derd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vorderen |
gevorderd
- voltooid deelwoord van vorderen
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gevorderd | gevorderder | gevorderdst |
verbogen | gevorderde | gevorderdere | gevorderdste |
partitief | gevorderds | gevorderders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gevorderd
- niet meer een beginneling zijnde
- De gevorderde leerling mocht voor het eerst optreden in de schouwburg.
- niet meer aan het begin van iets zijn
- Hij was al op gevorderde leeftijd toen bij piano begon te spelen.
Gangbaarheid
- Het woord gevorderd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gevorderd' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.