gevlucht
Nederlands
Woordafbreking
- ge·vlucht
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vluchten |
gevlucht
- voltooid deelwoord van vluchten
stellend | |
---|---|
onverbogen | gevlucht |
verbogen | gevluchte |
partitief | gevluchts |
Bijvoeglijk naamwoord
gevlucht
- van een persoon of dier dat hij of zij ergens weggegaan is uit angst voor iets of iemand
- De voor het vuur gevluchte dieren moesten de rivier over zwemmen.
- De voor de oorlog gevluchte mensen moeten in hun nieuwe land ook een nieuwe taal leren.
Gangbaarheid
- Het woord gevlucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.