geuren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • geu·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘met iets pronken’ voor het eerst aangetroffen in 1898 [1]
  • Afgeleid van geur.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
geuren
geurde
gegeurd
zwak -d volledig

Werkwoord

geuren

  1. absoluut een aangenaam ruikende lucht verspreiden
    • De bloemenzee geurde en de bijen vlogen af en aan. 

Zelfstandig naamwoord

geuren mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord geur

Gangbaarheid

  • Het woord geuren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.