geuit
Nederlands
Woordafbreking
- geĀ·uit
Woordherkomst en -opbouw
Deelwoord
deelwoord | ||
---|---|---|
onverbogen | geuit | |
verbogen | geuite | |
vervoeging van | ||
uiten |
geuit voltooid deelwoord van uiten
- vormt de voltooide tijden
- De commissie heeft flinke kritiek geuit op de grote overschrijding van het budget.
- vormt de lijdende vorm
- Er werden verschillende bezwaren geuit.
- attributief gebruikt
- Daarmee wordt voldaan aan een reeds lang geuite wens van hem.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.