getten
Nederlands
Woordafbreking
- get·ten
Woordherkomst en -opbouw
- get met de uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
getten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord get
- «Hij droeg lederen getten, een grijze regenjas en een hoed.[2]»
- slobkousen
- «Hij droeg lederen getten, een grijze regenjas en een hoed.[2]»
Gangbaarheid
- Het woord 'getten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- Streuvels, S. "De teleurgang van den Waterhoek." in: De Gids. jrg. 91 deel 1 (1927) P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam; p. 109; geraadpleegd 2017-05-06
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.