gesmoord
Nederlands
Woordafbreking
- ge·smoord
Werkwoord
vervoeging van |
---|
smoren |
gesmoord
- voltooid deelwoord van smoren
- De vrijwillige brandweer van Ammeloe is woensdagmorgen in alle vroegte uitgerukt voor een autobrandje in Zwillbrock, waarbij de eigenaar van de auto met een poederblusser al meteen de boel had gesmoord. [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gesmoord | gesmoorder | gesmoordst |
verbogen | gesmoorde | gesmoordere | gesmoordste |
partitief | gesmoords | gesmoorders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gesmoord [2]
- geblust met water na bakken
- Hoofdgerecht: malse hertenbiefstuk met lak van kruidnagel, wildragoutloempia, gesmoorde spruiten, spek, ui en hutspot. [3]
- Terwijl de gesprekken over de nucleaire ontwapening van Noord-Korea doorgaan, krijgen de leiders van de VS en Noord-Korea drie hoofdgerechten voorgeschoteld: rundvlees met aardappelgratin, zoetzuur varkensvlees met gebakken rijst of gesmoorde kabeljauw met radijs. [4]
- van een conflict dat dit onderdrukt is
- van een stem dat deze niet meer te horen is
Gangbaarheid
- Het woord gesmoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gesmoord' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia Peter Zandee 05-09-18 Politie onderzoekt nachtelijke autobrand in Zwillbrock
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia Dolf Ruesink 25-01-18 Kies het beste lezersmenu van 2017
- Tubantia 12-06-18 Kim en Trump ronden eerste deel top af met vanille-ijs
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.