gerenommeerd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·re·nom·meerd
Woordherkomst en -opbouw
  • pseudodeelwoord afgeleid van Frans  renommé ww  met het omvoegsel ge- -eerd, in de betekenis van ‘vermaard’ voor het eerst aangetroffen in 1608, op te vatten als vervoeging van renommeren: de stam met omvoegsel ge- -d [1][2][3]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gerenommeerdgerenommeerdergerenommeerdst
verbogen gerenommeerdegerenommeerderegerenommeerdste
partitief gerenommeerdsgerenommeerders-

Bijvoeglijk naamwoord

gerenommeerd

  1. een goede naam hebbend, een goede reputatie hebben
    • De gerenommeerde boekwinkel kreeg veel klanten uit andere steden. 

Gangbaarheid

  • Het woord gerenommeerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.