gerenommeerd
Nederlands
Woordafbreking
- ge·re·nom·meerd
Woordherkomst en -opbouw
- pseudodeelwoord afgeleid van Frans renommé ww met het omvoegsel ge- -eerd, in de betekenis van ‘vermaard’ voor het eerst aangetroffen in 1608, op te vatten als vervoeging van renommeren: de stam met omvoegsel ge- -d [1][2][3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gerenommeerd | gerenommeerder | gerenommeerdst |
verbogen | gerenommeerde | gerenommeerdere | gerenommeerdste |
partitief | gerenommeerds | gerenommeerders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gerenommeerd
- een goede naam hebbend, een goede reputatie hebben
- De gerenommeerde boekwinkel kreeg veel klanten uit andere steden.
Gangbaarheid
- Het woord gerenommeerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gerenommeerd' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.