geregistreerde
Nederlands
Woordafbreking
- ge·re·gis·treer·de
Woordherkomst en -opbouw
- geregistreerd met de uitgang -e
Bijvoeglijk naamwoord
geregistreerde
- verbogen vorm van de stellende trap van geregistreerd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geregistreerde | geregistreerden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
geregistreerde m/v
- iemand die in een officieel bestand staat
- Dit moet dan het Sofi-nummer opleveren, eventueel gecombineerd met een sociaal identiteitsbewijs voor iedere geregistreerde. [1]
Verwijzingen
- Kuitenbrouwer, F. "Onzalige wedloop over geldig persoonsnummer" in: NRC Handelsblad jrg. 15 nr. 63 (12 december 1984); p. 2 kol. 4; geraadpleegd 2016-10-04
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.