gerebelleerd
Nederlands
Woordafbreking
- ge·re·bel·leerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van rebelleren: de stam met omvoegsel ge- -d
Deelwoord
deelwoord | ||
---|---|---|
onverbogen | gerebelleerd | |
verbogen | - | |
vervoeging van | ||
rebelleren |
gerebelleerd niet-adjectivisch voltooid deelwoord van rebelleren
- vormt de voltooide tijden
- Zij hadden daartegen gerebelleerd.
- vormt de onpersoonlijke lijdende vorm
- Er werd weer eens flink gerebelleerd door de lieve jeugd.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.