gepocheerd
Nederlands
Woordafbreking
- ge·po·cheerd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pocheren |
gepocheerd
- voltooid deelwoord van pocheren
stellend | |
---|---|
onverbogen | gepocheerd |
verbogen | gepocheerde |
partitief | gepocheerds |
Bijvoeglijk naamwoord
gepocheerd
- bereid in net niet kokend water
- Als hoofdgerecht aten we gepocheerde zalm.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.