gepocheerd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·po·cheerd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
pocheren

gepocheerd

  1. voltooid deelwoord van pocheren
stellend
onverbogen gepocheerd
verbogen gepocheerde
partitief gepocheerds

Bijvoeglijk naamwoord

gepocheerd

  1. bereid in net niet kokend water
    • Als hoofdgerecht aten we gepocheerde zalm.  
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.