gepaard

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·paard
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
paren

gepaard

  1. voltooid deelwoord van paren
  2. ~ gaan met tegelijkertijd optreden, onlosmakelijk verbonden zijn
    • Een onweersbui gaat vaak gepaard met slagregens, hagel en windstoten. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gepaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.