generalizar

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ge·ne·ra·li·zar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
generalizar
generalizaba
generalizado
volledig

Werkwoord

generalizar

  1. onovergankelijk generaliseren, in het algemeen spreken
  2. overgankelijk veralgemenen, generaliseren

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.