genees

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·nees

Werkwoord

vervoeging van
genezen

genees

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van genezen
    • Ik genees. 
  2. gebiedende wijs van genezen
    • Genees! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van genezen
    • Genees je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.