gemutst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gemutst    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈmʏtst/
Woordafbreking
  • ge·mutst
Woordherkomst en -opbouw
  • pseudodeelwoord afgeleid van  muts zn  met het omvoegsel ge- -t [1]
stellend
onverbogen gemutst
verbogen gemutste
partitief gemutsts

Bijvoeglijk naamwoord

gemutst [2]

  1. (figuurlijk) de stemming die iemand heeft; het humeur van iemand
    • Het was de eerste keer dat Bill te gast was bij Ellen en de mede-oprichter van Microsoft was goed gemutst. Hij had zijn 21-jarige dochter meegenomen en vertelde over de periode dat hijzelf een twintiger was en de jongste miljardair ter wereld werd.[3] 
    • Op de nieuwjaarsreceptie van de Rotterdammers was Van Geel vanzelfsprekend goed gemutst. "Als je eerste staat vanaf de eerste speeldag wil je dat na de winterstop natuurlijk continueren", zei de technisch directeur tegen RTV Rijnmond. Ën als we uiteindelijk lager dan de eerste plaats eindigen, zorgt dat voor een grote teleurstelling."[4] 
Uitdrukkingen en gezegden
  • Goed gemutst zijn
een goed humeur hebben
  • Slecht gemutst zijn
een slecht humeur hebben
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gemutst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.