gelaten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·la·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘in het lot berustend’ voor het eerst aangetroffen in 1461 [1]
  • vervoeging van laten: de stam met omvoegsel ge- -en [2]

Werkwoord

vervoeging van
laten

gelaten

  1. voltooid deelwoord van laten
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen gelatengelatenergelatenst
verbogen --gelatenste
partitief gelatensgelateners-

Bijvoeglijk naamwoord

gelaten

  1. zonder de behoefte zich te weren, zich schikkend in zijn lot
    • Hij maakte een wel erg gelaten indruk. 

Bijwoord

gelaten

  1. op gelaten wijze
    • Gelaten zei hij: "goed hoor". 

Zelfstandig naamwoord

gelaten mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord gelaat

Gangbaarheid

  • Het woord gelaten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.