gelagkamer
Nederlands
Woordafbreking
- ge·lag·ka·mer
Woordherkomst en -opbouw
- ruimte van een herberg waar men kan eten en drinken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gelagkamer | gelagkamers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
gelagkamer v/m [1]
- ruimte van een herberg of café waar de klanten wat kunnen eten, drinken en elkaar ontmoeten
- Nemo zat met Schoonheid in de gelagkamer van het eethuis van Ruald, de Omberkoon. [2]
- Król beschikt inmiddels over 800 uur opnames van conversaties in het Wymysoojs. En dankzij de universiteit van Warschau krijgt hij, na jaren voor niets te hebben gewerkt, nu ook af en toe geld voor het uittikken van gesprekken en het delen van zijn kennis. In de enige eetgelegenheid van Wilamowice, een groezelige bar met een gelagkamer die dient als restaurant, vertelt Król dat hij helemaal geen Pools meer wil praten. [3]
Gangbaarheid
- Het woord gelagkamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gelagkamer' herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Herzen, Frank De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 106
- de Standaard 02 APRIL 2016 Roeland Termote Pieter van Os
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.