geklopt
Nederlands
Woordafbreking
- ge·klopt
Deelwoord
bevestigend deelwoord | ontkennend deelwoord | |
---|---|---|
onverbogen | geklopt | ongeklopt |
verbogen | geklopte | ongeklopte |
vervoeging van | ||
kloppen |
geklopt voltooid deelwoord van kloppen
- vormt de voltooide tijden
- Hij had op de deur geklopt.
- vormt de onpersoonlijke lijdende vorm bij inergatief of overgankelijk gebruik
- Er werd geklopt.
- Er werd slagroom geklopt.
- vormt de persoonlijke lijdende vorm bij overgankelijk gebruik
- Is die mat al geklopt?
- attributief gebruikt (alleen overgankelijke betekenissen)
- Vers geklopte slagroom is heerlijk.
- De geklopte atleet was zwaar aangeslagen.
- bijwoordelijk gebruikt (alleen overgankelijke betekenissen)
- In de eerste ronde geklopt wist hij zich in de herkansing toch te kwalificeren.
- Geklopt of ongeklopt, slagroom lust ik altijd wel.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.