gehuurd
Nederlands
Woordafbreking
- ge·huurd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
huren |
gehuurd
- voltooid deelwoord van huren
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gehuurd | ||
verbogen | gehuurde | gehuurdste | |
partitief | gehuurds | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
gehuurd
- tegen betaling tijdelijk in gebruik hebbend
- Omdat wij geen auto hebben rij ik wel eens in een gehuurde auto.
Gangbaarheid
- Het woord gehuurd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.