gedrocht
![](../I/m/Bosch%2C_Hieronymus_-_The_Garden_of_Earthly_Delights%2C_right_panel_-_Detail_skating_monster_(mid-right).jpg)
Gedrocht op schaatsen. (Jeroen Bosch)
Nederlands
Woordafbreking
- ge·drocht
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘monster’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1351 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedrocht | gedrochten |
verkleinwoord | gedrochtje | gedrochtjes |
Zelfstandig naamwoord
gedrocht o
- wanstaltig wezen, monster, iets bijzonder lelijks
- In het computerspel moest de strijd aangebonden worden tegen boze tovenaars, trollen en andere gedrochten.
Gangbaarheid
- Het woord gedrocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gedrocht' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.