galopperen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga·lop·pe·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
galopperen
galoppeerde
gegaloppeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

galopperen

  1. inergatief in galop - de snelste gang - rijden op een paard
    • De meisjes galopperen in een razende vaart op paarden over het strand. 

Gangbaarheid

  • Het woord galopperen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.