galoppeerde

Nederlands

Uitspraak

Geluid: galoppeerde (hulp, bestand)

Woordafbreking

ga·lop·peer·de

Werkwoord

vervoeging van
galopperen

galoppeerde

enkelvoud verleden tijd van galopperen
- Ik galoppeerde.
- Jij galoppeerde.
- Hij, zij, het galoppeerde.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.