friseerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fri·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
friseren

friseerden

  1. meervoud verleden tijd van friseren
    • Wij friseerden. 
    • Jullie friseerden. 
    • Zij friseerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.