fricandeau

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fri·can·deau
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stuk vlees’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1765 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord fricandeau fricandeaus
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

fricandeau m

  1. (voeding) een vleeswaar vervaardigd van mager vlees van het achtereind van een varken
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord fricandeau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.