frequenteerden
Nederlands
Woordafbreking
- fre·quen·teer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
frequenteren |
frequenteerden
- meervoud verleden tijd van frequenteren
- Wij frequenteerden.
- Jullie frequenteerden.
- Zij frequenteerden.
- Wij frequenteerden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.