frats
Nederlands
Woordafbreking
- frats
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘gril’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1684 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | frats | fratsen |
verkleinwoord | fratsje | fratsjes |
Zelfstandig naamwoord
frats v/m
- Dwaze streek, bevlieging, gril, kuur streek.
- De jongen haalde rare fratsen uit toen hij dronken was.
Gangbaarheid
- Het woord frats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'frats' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.