fosforesceren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fos·fo·res·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘licht geven na bestraling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
fosforesceren
fosforesceerde
gefosforesceerd
zwak -d volledig

Werkwoord

fosforesceren

  1. absoluut (natuurkunde) langdurig licht afgeven na belichting door het bestaan van een langlevende aangeslagen toestand
    • Deze stof fosforesceert met een groenige kleur. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fosforesceren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.