fordømme

Noors
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / fɔɾˈdœmə /
Woordafbreking
  • for·døm·me
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
onbepaalde wijs fordømme
tegenwoordige tijd fordømmer
verleden tijd fordømte
voltooid
deelwoord		 fordømt
onvoltooid
deelwoord		 fordømmende
lijdende vorm fordømmes
gebiedende wijs fordøm
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

Werkwoord

fordømme

  1. veroordelen
  1. «Vi fordømmer disse handlingene.»
    Wij veroordelen deze acties.
  2. (religie) verdoemen
  1. «Den som ikke tror, skal bli fordømt (jf Mark 16,16) .»
    Degene die niet zal gelooft hebben, zal verdoemd worden (vgl. Mark 16:16).



Nynorsk
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / fɔɾˈdœmə /
Woordafbreking
  • for·døm·me
Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
onbepaalde wijs fordømme
fordømma
tegenwoordige tijd fordømmer
verleden tijd fordømde
fordømte
voltooid
deelwoord		 fordømt
onvoltooid
deelwoord		 fordømmande
lijdende vorm fordømmast
gebiedende wijs fordøm
vervoegingsklasse Klasse 2 zwak
opmerking

Werkwoord

fordømme

  1. veroordelen
  2. (religie) verdoemen
Schrijfwijzen
  • [1-2]: fordøme
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.