fop
Nederlands
Woordafbreking
- fop
Werkwoord
vervoeging van |
---|
foppen |
fop
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van foppen
- Ik fop.
- gebiedende wijs van foppen
- Fop!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van foppen
- Fop je?
Gangbaarheid
- Het woord fop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'fop' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.