fluks

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fluks
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘spoedig, dadelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1485 [1]
  • afleiding van vlug [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen fluksflukserflukst
verbogen fluksefluksereflukste
partitief fluksfluksers-

Bijvoeglijk naamwoord

fluks [3]

  1. heel snel zonder aarzelen
    • Romantische liefde, familieliefde, vriendenliefde: om Valentijnsdag heen valt altijd wel iets te verzinnen. Ik ging fluks aan de slag. Lustopwekkend eten, hartjesvormen: niets was mij te gek. Dit alles mocht mijn gezin proeven en beoordelen. De mooiste hartvormige ovenschotel werd afgekeurd: wel lekker, maar vanwege de aanwezige spruitjes had het volgens mijn zoon niets met liefde te maken. '[4] 
    • Regeringsgezinde media brandmerken kritische onderzoeksjournalisten als ‘spionnen’ en ‘maffia’. En ze dragen bij aan een persoonscultus die Vucic, ooit een repressieve minister van informatie onder oorlogspresident Slobodan Milosevic, afbeeldt als aimabel staatsman die zich moedig wegcijfert voor alle Serviërs. In een verkiezingsinterview met zijn ouders vertelt de premier het ene moment een smartelijke anekdote over Kroatische fascisten die zijn grootvader vermoordden. Het andere moment springt hij fluks het publiek in om een flauwgevallen toeschouwer te helpen.[5]  
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord fluks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.