flensen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flen·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
flensen
flenste
geflenst
zwak -t volledig

Werkwoord

flensen [2]

  1. (seksualiteit) onovergankelijk (vulgair) vrijen, neuken
  2. overgankelijk aan lappen scheuren (het vet er in repen afhalen)
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord flensen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.