filantroop
Nederlands
![](../I/m/Pinneberg-bank.jpg)
filantroop
Woordafbreking
- fi·lan·troop
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘liefdadig persoon’ voor het eerst aangetroffen in 1757 [1]
- uit het Grieks [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | filantroop | filantropen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
filantroop m [3]
- iemand die andere, met name arme mensen probeert te helpen
- Dr. Kellie Liket is oprichter van Effective Giving, een community van filantropen die samen leren hoe ze hun geld beter kunnen inzetten. Sjir Hoeijmakers is directeur van Effectief Altruïsme Nederland, een stichting die Nederlanders in staat wil stellen effectiever goed te doen.[4]
- De oudste miljardair ter wereld is maandag overleden. David Rockefeller, kleinzoon van de oliemagnaat en oprichter van Standard Oil John D. Rockefeller sr, werd 101 jaar oud. Hij was zelf een zeer succesvol bankier die de kleine Chase Manhattan bank in New York uitbouwde tot een machtige bank die nu JP Morgan Chase heet. Hij was ook een bekende filantroop die meer dan twee miljard dollar van zijn vermogen wegschonk.[5]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord filantroop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'filantroop' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "filantroop" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- filantroop op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC 27 mei 2017
- Volkskrant Peter de Waard 20 maart 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.