fietst weg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietst weg    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfitst ˈwɛx/
Woordafbreking
  • fietst weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegfietsen

fietst (…) weg

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegfietsen
    • Jij fietst weg. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegfietsen
    • Hij fietst weg. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van wegfietsen
    • Fietst weg! 

Gangbaarheid

  • Het woord fietst weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.