fietscrost
Nederlands
Woordafbreking
- fiets·crost
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fietscrossen |
fietscrost
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fietscrossen
- Jij fietscrost.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fietscrossen
- Hij fietscrost.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van fietscrossen
- Fietscrost!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.