fermenteer
Nederlands
Woordafbreking
- ferĀ·menĀ·teer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fermenteren |
fermenteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fermenteren
- Ik fermenteer.
- gebiedende wijs van fermenteren
- Fermenteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fermenteren
- Fermenteer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.