faciliteert
Nederlands
Woordafbreking
- fa·ci·li·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
faciliteren |
faciliteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van faciliteren
- Jij faciliteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van faciliteren
- Hij faciliteert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van faciliteren
- Faciliteert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.