faciliteerden
Nederlands
Woordafbreking
- fa·ci·li·teer·den
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| faciliteren |
faciliteerden
- meervoud verleden tijd van faciliteren
- Wij faciliteerden.
- Jullie faciliteerden.
- Zij faciliteerden.
- Wij faciliteerden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.