fabuleren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fa·bu·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
fabuleren
fabuleerde
gefabuleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

fabuleren [2]

  1. inergatief verzinsels vertellen en wel zodanig dat men er zelf in gaat geloven (-> Münchhausen)
  2. inergatiefverhalen, fabels e.d. vertellen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fabuleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.