fabrica

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fabrica    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfɑbrika/
Woordafbreking
  • fa·bri·ca
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

fabrica

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) 'kerksieraden', sieraden van de synagoge

Gangbaarheid

  • Het woord 'fabrica' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
fabricar

fabrica

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fabricar
  1. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van fabricar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.