expida

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
expedir

expida

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van expedir
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van expedir
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van expedir
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.