experimenteert
Nederlands
Woordafbreking
- ex·pe·ri·men·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
experimenteren |
experimenteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van experimenteren
- Jij experimenteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van experimenteren
- Hij experimenteert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van experimenteren
- Experimenteert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.