experimenteerde
Nederlands
Woordafbreking
- ex·pe·ri·men·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
experimenteren |
experimenteerde
- enkelvoud verleden tijd van experimenteren
- Ik experimenteerde.
- Jij experimenteerde.
- Hij, zij, het experimenteerde.
- Ik experimenteerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.